En opeens voel je zelf hoe ze hier het leven leven - Reisverslag uit Chipata, Zambia van Jorinde Zoeter - WaarBenJij.nu En opeens voel je zelf hoe ze hier het leven leven - Reisverslag uit Chipata, Zambia van Jorinde Zoeter - WaarBenJij.nu

En opeens voel je zelf hoe ze hier het leven leven

Door: Jorinde Zoeter

Blijf op de hoogte en volg Jorinde

23 Oktober 2015 | Zambia, Chipata

Terwijl ik bezig ben met de afwas, dwalen mijn gedachten af naar de tienermoeders en de gevangenis.
Vandaag is het zover, we gaan hen eindelijk ontmoeten.
Ik leg de afwasborstel neer en bedenk me dat ik nog wel even de tijd heb om af te drogen. We hoeven toch pas om kwart voor 8 weg.
Terwijl ik fluitend aan het afdrogen ben, hoop ik dat de dag voor één keer eens zal verlopen zoals wij hem gepland hebben.
Dit mis ik toch wel aan Nederland. Misschien zijn we dan wel altijd druk, hebben we altijd een overvolle agenda, is het, het land van de regeltjes en kost tijd geld; je weet wel altijd waar je aan toe bent.
Hier is het elke dag, elke minuut en elke seconde nog maar de vraag of het gaat lopen zoals je had verwacht, zoals je hebt afgesproken.

Als ik klaar ben met afdrogen en alles netjes in de kast heb gezet, druppelen Mara, Amber, Lisa en Iris naar buiten. Nog even de deur op slot en we kunnen gaan.

Ik ben ondertussen redelijk handig geworden in ons hangslot. In het begin was het even zoeken, aangezien we een deur met tralies hebben en het hangslot aan de binnenkant moet. Je moet dus door de tralies heen hangen met je armen, om het slot op de tast dicht te krijgen.

Zo, deur dicht and let’s go.

Sister Queen komt aangelopen met een bak vol bananen. Of we deze willen kopen. 7 Kwacha (+/- 70 eurocent) voor 20 bananen. Nou, dat willen we wel!
Deur maar weer open, gezamelijke portemonee pakken, bananen binnen leggen, deur weer dicht.
Oké laten we nu maar echt gaan, want Sister Anastacia wacht vast op ons.

Ik schop de steentjes voor mij uit. Terwijl ik naar de lucht kijk, struikel ik over een groot blok klei. Shit, denk ik. Waarom is de weg hier zo slecht?
Terwijl ik doorloop, zie ik een slipper half uit de grond steken. Ik moet lachen. Eigenlijk is het ook een beetje lachen van verdriet.
De grond is hier zo vies en de bevolking gebruikt de hele infrastructuur als vuilnisbelt. Overal zie je stukjes grond in de fik staan, omdat ze op deze manier de afval proberen te verbranden.

Als we bij het gebouw van Home Based Care aankomen, staat Sister Anastacia al klaar. We klimmen in de open laadbak, want dit is ons favoriete plekje van de auto’s hier in Zambia.
Sister Anastacia zegt dat ze er straks aankomt en dat ze niet met ons meerijdt. Er zijn 2 caregivers wie ook meerijden en Make stapt bij ons achter in de laadbak.
Met een hard tempo rijden we richting Mchini. (net zoals Nabvutika, is dit een hele arme wijk van Chipata)
Eenmaal bij de kerk in Mchini aangekomen, neemt Make ons mee de wijk in.
We lopen over een hobbelige weg van zand, glas en afval, met aan weerszijde allemaal piepkleine ‘huisjes’. In Nederland zou je denken dat dit een verlaten wijk is, met allemaal leegstaande schuren. Zo ziet het hier eruit. (op de mensen na, die je in overvloed ziet)

Wat mij steeds meer begint op te vallen is, hoe er naar ons gekeken wordt. Grote bruine ogen die zich niet van ons kunnen afwenden, de glimlachen die naar ons worden geschonken, de kinderen die achter ons aan rennen, de handen die we moeten schudden, maar ook de onmacht die je in de ogen van de bevolking leest.
Er wordt altijd en overal naar ons gekeken en geschreeuwd. Omdat wij blank zijn, worden wij als rijk gezien. Sommige mensen komen ons om geld vragen of om een reis naar Nederland te betalen. Andere mensen schreeuwen alleen maar: ‘Mzungu’s, mzungu’s’! (blanken)
Het verschil tussen gekleurd en blank is hier zo groot, dat ik mij er soms zelfs ongemakkelijk bij voel.
We worden behandelt als koninginnen. Als we ergens gaan zitten, staan de mensen op. Wij moeten dan op hun stoel zitten en zij gaan op de grond zitten.

We hebben twee tienermoeders aangesproken en we spreken met hen af, dat zij de andere tienermoeders uit de wijk zullen informeren.

Terwijl we teruglopen naar de kerk, begin ik het aardig warm te krijgen. Sister Anastacia is er nog niet, dus we wachten nog even.
Terwijl de tienermoeders komen binnen druppelen, spreken we toch vast af om de bijeenkomst te beginnen.
De bijeenkomst staat in het teken van ontmoeting. We willen de tienermoeders ontmoeten en we vinden het belangrijk dat zij ons ook leren kennen. We stellen ons voor, vertellen onze leeftijd en welke opleiding we doen.
De tienermoeders stellen zich ook voor, vertellen hoeveel kinderen ze hebben en hoe oud deze zijn. Ze hebben geen man en moeten als prostituee aan hun geld komen.
Het doet mij pijn van binnen, als ze zeggen dat ze HIV-positief zijn.
HIV breidt zich hier gemakkelijk en snel uit. Seks met een prostituee zonder condoom is duurder, maar dit hebben bijna alle mannen ervoor over. Deze mannen weten dan niet, dat ze HIV-positief zijn. De vrouwen vertellen dit niet, omdat de mannen dan terug deinzen en er geen geld voor brood op de plank komt.

Nadat we de tienermoeders hebben uitgezwaaid, bespreken we samen met Jackson (wie ook aanwezig was bij de meeting met de tienermoeders) dat we samen met hem naar de gevangenis lopen. ‘It isn’t that far’. Is zijn antwoord. Aangezien Sister Anastacia er nog steeds niet is, denken we dat dit dan wel een goed alternatief is.

It isn’t that far. Een zin die voor altijd in mijn hoofd zal blijven hangen. Wat hier niet ver lopen lijkt, is voor een Nederlander toch een heel ander verhaal.
Met bloed, zweet en tranen lopen we langs de weg. Het is rond de 33 graden en we hebben lange broeken aan. (Aangezien de bovenbenen van een vrouw hier niet getoond mogen worden)
Het zweet sijpelt langzaam van mijn nek naar mijn rug, onder mijn shirt door.
In films zie je wel eens dat mensen in de woestijn alles aanzien voor water. Zo voelde het op dit moment.

Op een gegeven moment belt Sister Anastacia naar Lisa. ‘Stay where you are. I’m coming to the church to pick you up. Then we can go to the prison’. ‘Uh, but we’re already on our way! Can you pick us up? We’re just on the road. There’s only one road here in Chipata, so you can’t miss us’.
Nou dat kan dus wel. Terwijl we rustig doorlopen zien we een witte jeep voorbij komen. We staan te zwaaien, te springen en te roepen. Sister Anastacia ziet ons niet en rijdt heel erg hard door.
Jackson springt op zijn fiets en schreeuwt: ‘I’m going to get her’!

Nou, daar staan we dan. In Mchini. 5 blanke meisjes. Op weg naar de gevangenis. Geen idee waar dit is. Alleen. Met 33 graden. Langs de kant van de weg.

Uhm, ja goed. Laten we maar gewoon doorlopen. ’t Kan niet moeilijk zijn, want er is maar één weg hier in Chipata. Gewoon rechtdoor dan maar.
Terwijl we op een drafje doorlopen, krijgen we gigantisch de slappe lach. Wat zal dit tafareel er debiel uitzien zeg. We hebben geen idee waar we zijn en we zijn door iedereen in de steek gelaten.
Op een gegeven moment komt er een jongen naast ons lopen. Hij begint een heel verhaal en we praten netjes terug. Als we aan hem vragen wat hij zoal doet in zijn leven, zegt hij ineens: ‘I’m a prinsoner’.
Ik kijk hem met grote ogen aan en begin spontaan van de zenuwen te lachen. ‘A prisoner? Why aren’t you in prison then’? Vraag ik aan hem. Hij lacht om mijn vraag en vertelt dat hij op verlof is. Hij heeft elke dag een paar uur verlof en dan mag hij vrij rondlopen. Op deze manier kan hij laten zien of hij goed gedrag vertoont, waardoor hij vrij kan komen.
Straks moet hij dus gewoon weer terug naar de gevangenis, om daar weer opgesloten te worden voor de avond en de nacht.

Ondertussen is Jackson weer terug komen fietsen en vertelt hij ons, dat hij Sister Anastacia niet heeft kunnen inhalen.
Dat had ik ook niet verwacht, met een fiets een auto inhalen, maar ik ben blij dat hij weer terug is. Dan voel je, je toch niet een eenzame Mzungu in de middle of nowhere.

Eenmaal bij de gevangenis aangekomen zien we Sister Anastacia staan. We leggen haar het verhaal uit en we moeten er allemaal weer om lachen.
Ondertussen kijk ik om mij heen. We staan naast de mannengevangenis en in de verte zie ik de vrouwengevangenis liggen.
Als omheining heeft de gevangenis prikkeldraad van ongeveer 3 meter hoog. Het ziet er heel anders uit dan in Nederland. We zien de mannen nieuwschierig opstaan en richting de hekken lopen. Ze kijken naar ons, sommigen roepen wat en ze wijzen.
Ik begin me aardig ongemakkelijk te voelen. Je weet toch niet wat ze hebben gedaan waarom ze hier zitten.
Sister Anastacia vertelt ons dat we naar de vrouwengevangenis gaan.

Ik kijk in de gevangenis mijn ogen uit. We lopen door het hek naar binnen. De deur van het hek is gewoon open, dus de gevangenen zouden zo weg kunnen lopen. Naast de deur zitten 2 vrouwelijke bewakers.
De gevangenen hebben zich op de grond verzameld en kijken ons met grote, afwachtende ogen aan. Terwijl wij ons verzamelen op een grote steen tegenover hen, glijden mijn ogen af naar alle kinderen die rondhuppelen.
De kinderen van de vrouwen leven ook gewoon hier. Ze lopen zonder schoenen en de kleren zijn kapot.
Zoals mijn titel al zegt: en opeens voel je zelf hoe ze hier het leven, leven.
Door de armoede gaan mensen stelen, omdat ze anders dood gaan van de honger/dorst. Ook om hun kinderen te onderhouden, gaan ze stelen.
Kun je deze mensen dan misdadigers noemen?
Op deze manier leven ze hier het leven, omdat het niet anders kan.

Ik krijg ineens een naar gevoel van binnen en ik voel me hier niet thuis. Ik voel me aangekeken als blanke. Ik voel me rijk en dat wil ik niet. Ik wil gewoon dat iedereen hetzelfde behandeld wordt. Waarom moeten ze hier het leven anders leven? Waarom is hier zoveel armoede?

Ik hou me afzijdig en luister naar Sister Anastacia. Ze geeft de vrouwen hoop en moed om vol te houden. Op een dag komen ze weer vrij en dan moeten ze er zijn voor hun familie.
Ik vind haar woorden bemoedigend en intrigerend. Ze vertelt heb op zo’n rustige en fijne manier, dat ik er graag naar luister.

Terwijl we terug rijden in de auto, laat ik deze dag bezinken. We zitten weer met zijn allen in de open laadbak en ik sluit mijn ogen. De wind laat ik door mijn haren vliegen en ik trek me terug in mijn eigen gedachten.

Ik voel hoe ze hier het leven, leven. Ik voel mij gezegend met het leven thuis.

  • 23 Oktober 2015 - 14:18

    Henk Van Raaij:

    Ik vindt het dapper wat jullie daar doen.
    Dit zal je hele leven gaan bepalen hoe je verder gaat in de toekomst (denk ik)
    Doe voorzichtig en veel plezier
    xxx

  • 23 Oktober 2015 - 14:54

    Jorinde Zoeter:

    Lief Henk, dankjewel! xxx

  • 23 Oktober 2015 - 14:55

    Gert:

    Heftig maar ook zeer bijzonder hoor al je verhalen... respect voor jullie allemaal. TOPPER.....Be Carefull...!!

  • 23 Oktober 2015 - 16:12

    Gert-Jan:

    Dag Kind,

    Wat heb je het weer ontroerend verwoord. Je geeft bij jou verhalen aan ons hier het gevoel dat we er een klein beetje bij zijn.
    Grappig dat je er (misschien onbewust) typisch nederlandse zinnen bij gebruikt;
    "Met bloed zweet en tranen" bijvoorbeeld, en; "Jackson, (d)wie ook aanwezig was" en dat is Cruijffiaans. Dat vind ik mooi.
    Tegenstrijdig is dat het feit dat Johan Cruijf in de nederlandse kranten voorpagina nieuws is omdat hij erg ziek is (hoe erg dat ook is). Tegenstrijdig, omdat dit 1 beroemde man is die ziek is terwijl jij en je vriendinnen elke dag met meisjes hebben te werken die in een veel moeilijker situatie leven en misschien wel net zo ziek of veel zieker zijn.
    Respect heb ik voor wat jullie voor deze meisjes willen betekenen in de tijd dat jullie daar zijn.

    Liefs van schoonpa

  • 25 Oktober 2015 - 17:41

    Richard:

    Goh, Jorinde, wat je allemaal meemaakt, ongelofelijk! Je zou er inderdaad een heel boek over kunnen schrijven na die vier maanden! Ook al omdat je alles zo mooi verwoordt voor ons - en jezelf ook, denk ik, zo'n dag- of logboek helpt je je gedachten te ordenen en te verwerken, niet?

    Hier leven we inderdaad helemaal op de klok, in het zuiden van Europa begint dat al een stuk minder te worden, en dan in Afrika moet dat echt ongeorganiseerd en los uit de pols overkomen. Daar moeten we ons dan ook maar bij neerleggen, hè, en gewoon wat relativeren en erom lachen, da's ook gezond.

    Laat alles maar weer op je inwerken, geef het een plekje, en weet dat je daar heel goed werk doet!


  • 25 Oktober 2015 - 19:47

    Kees:

    Hoi Jorinde, Ik had je verhaal al grotendeels gehoord via Skype, maar ik vond het mooi om na te lezen. Je schrijft het nog mooier op dan je het vertelt. Wat een indrukken. Je zou willen dat iedereen gelijk is, maar je ziet en ervaart dat dit niet zo is. Er is heel veel verschil. Dat is ook in Nederland zo ook al is het daar minder extreem en haalt onze rechtstaat de scherpe kantjes er vanaf. De rest van de wereld is een ander verhaal. Dat wil niet zeggen dat in theorie niet iedereen gelijk is, maar wel dat het in de praktijk ongelijk uitpakt. George Orwell formuleerde het in Animal Farm als volgt: "All pigs are equal, but some are more equal than others." Liefs. De Pap

  • 26 Oktober 2015 - 22:03

    Hilma:

    Hoi lievie,

    Zoals iedereen al schrijft; het is weer mooi en beeldend opgeschreven.
    Waar jij het over had, de regelmaat, afspraken en drukte die hier in Nederland is, ervaar jij als positief. Soms lijkt het hier allemaal wel heel snel te gaan zonder dat we tijd maken voor elkaar tenzij het op afspraak is. Ook dat is armoede denk ik. Hoe ervaar jij dat in Afrika?
    Zie jij ook mooie en positieve dingen in Afrika daar die wij hier door onze rijkdom kwijt zijn?

    Liefs Hilma

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Jorinde

Voor mijn reis naar Zambia heb ik een reisdagboek aangemaakt. Op deze manier kunnen mijn familie en vrienden mij volgen op mij reis :) ! Enjoy!

Actief sinds 08 Sept. 2015
Verslag gelezen: 383
Totaal aantal bezoekers 12002

Voorgaande reizen:

25 September 2015 - 26 Januari 2016

Zambia

08 September 2015 - 31 December 2015

Mijn eerste reis

Landen bezocht: